Tevreden Mounir Azaoum over eerste seizoenshelft NAC O18: ‘Complimenten voor de inzet, maar prestaties moeten constanter’

“We gaven niet heel veel weg”, vertelt Azaoum terugkijkend op de wedstrijd tegen FC Groningen. “In de eerste helft kwam twee keer de spits vrij voor de goal, voor de rest niks. Zelf hebben we ook weinig gecreëerd. Een paar keer in de omschakeling met Chakir (Chouradi).” Na rust kwam NAC er vaker dreigend uit. Na een paar speldenprikjes zorgde Jaddi voor de 1-0. “Uiteindelijk een mooie goal. Je hoopt dan in ieder geval niks meer weg te geven. Dan is het jammer dat je die 1-1 nog tegen krijgt. Achteraf voor promotie maakt het niet uit, dus dat maakt het iets minder zuur.” Toch had Azaoum graag gewonnen.

Voorafgaand aan de wedstrijd was al duidelijk dat promotie een moeilijke opgave zou worden. Voornamelijk omdat de ploeg afhankelijk was van Sparta, dat moest verliezen op bezoek bij Vitesse. Binnen de selectie was desondanks afgesproken dat ze vol voor promotie zouden gaan. “Eigenlijk was die afspraak er al na de wedstrijd tegen Vitesse (1-2 verlies). We hebben altijd gezegd ‘zolang het theoretisch mogelijk is, gaan we ervoor’. Zo hebben we alle wedstrijden benaderd. Dan is het mooi dat je doordat Sparta het niet eerder beslist heeft nog deze wedstrijd ergens voor hebt kunnen spelen.”

Dat betekende niet dat hij zijn ploeg vanaf de eerste minuut vol op de aanval liet spelen. Azaoum wilde juist voorkomen wat er bij de twee laatste nederlagen gebeurde. NAC kwam toen vroeg op achterstand, om die vervolgens niet meer te boven te komen. Wel nam de Eindhovenaar hoe verder ze in de wedstrijd kwamen meer risico’s, getuige zijn wissel vlak na de 1-1. De aanvallend ingestelde Wagemakers en Siby vervingen de vleugelverdedigers Sloots en El Battah.

‘Compliment voor de inzet’

Aan het begin van het seizoen was het de spelersgroep zelf die de ambitie had uitgesproken om te promoveren. Een doelstelling die tussendoor nooit is bijgesteld. Volgens Azaoum was het ook niet iets dat elke week besproken werd. “We hebben het een keer benoemd. Het gaat uiteindelijk ook om de ontwikkeling van de jongens. De spelers en de ploeg moeten beter worden, jongens moeten doorstromen. Dat is het opleidingsdoel.”

Dat betekent echter niet dat het ‘mislopen’ van promotie er niet inhakte bij de spelersgroep. “Ik heb aangegeven dat we het niet in deze wedstrijd hebben laten liggen”, vertelt Azaoum. Vlak na de wedstrijd heeft hij in de kleedkamer alle spelers nog toegesproken. “Ik heb ze een compliment gegeven voor de inzet en voor hoe we ons opgericht hebben na de wedstrijd tegen Vitesse. Toen zaten ze er echt doorheen omdat je het gevoel hebt dat je het hebt weggegeven.”

Over de individuele ontwikkeling van de spelers is hij positief als hij het vergelijkt met toen hij in de zomer begon. Waar iedereen zich wel ontwikkeld heeft, durft de 32-jarige trainer er drie spelers uit te lichten. “Als ik puur ga kijken naar mentaal vlak, zijn het voor mij Chakir (Chouradi) en Roel (van Zutphen). Zij hebben in de mentaliteit en (tactische) discipline hele grote stappen gemaakt, ook al zijn ze nog niet daar waar ze moeten zijn.”

Azaoum deelt daarnaast ook een pluim uit aan een van de jongelingen uit zijn selectie: de 16-jarige middenvelder Calvin Boldewijn. “Het niveau dat hij wekelijks aantikt in de wedstrijden heeft mij positief verrast.” In het tweede deel van de competitie ontpopte Boldewijn zich tot vaste basisspeler, nadat hij onder andere door blessures van anderen de kans kreeg.

26 verschillende spelers

In het tweede half jaar hoopt Azaoum vooral een zogenoemd basisniveau terug te zien. “We hebben voor promotie gespeeld, maar als we echt willen promoveren, zijn er nog verbeterpunten. We moeten vaster aan de bal worden en constanter in onze prestaties. Als bij ons de ondergrens gehaald wordt zoals je tegen Vitesse gezien hebt, kan die best wel laag zijn.” Naar een excuus daarvoor wil hij niet zoeken. Ook niet als je begint over het gebrek aan vastigheid in de groep waar hij wekelijks de beschikking tot had.

In 14 wedstrijden kwamen 26 verschillende spelers in actie voor de O18. Nooit stonden er twee keer dezelfde elf spelers aan de aftrap. Had het geholpen als hij een vaste groep had om mee te werken? “Natuurlijk, maar in de O18 en O21 heeft iedereen daar mee te maken, in heel Nederland. Het werkt als een soort domino. Als het eerste elftal spelers terugbrengt naar de O21, zullen spelers die talentvol zijn en speelgerechtigd voor de O18 daar moeten spelen”, legt hij uit. Elke week met een vast elftal naar de wedstrijd toewerken is volgens hem ook bijna niet mogelijk. “Ergens snap ik het als club ook wel. Dit is een wedstrijd waar het om gaat. Daar willen we onze talenten die speelgerechtigd zijn zoals Aïmane (Jaddi) en Mostapha (Rached) laten spelen.”

De jeugd gaat nu een korte winterstop in. Na een trainingskamp van 2 t/m 4 januari mag NAC O18 op 7 januari weer aan de bak. Voor de beker tegen FC Twente/Heracles, de competitie begint daarna. Vooruit kijken op de tweede seizoenshelft heeft volgens hem nog niet veel zin. “We krijgen vier nieuwe teams in de competitie. Ik hoop gewoon dat de jongens zich individueel blijven ontwikkelen. Ik kan verder wel vooruitkijken, maar ik kan er nog niks zinnigs over zeggen.”