Van Anholt geniet: "Ik heb de spanning gemist toen ik aan het revalideren was"

Van Anholt is terug op de Nederlandse velden. Dat niet alleen, hij lag er bijna een jaar uit vanwege langdurig blessureleed. In gesprek met de Leeuwarder Courant blikt de verdediger terug op zijn blessure en bespreekt hij de toekomst.

Het doelpuntloze gelijkspel in Zwolle was meer dan een gewone wedstrijd voor Pele van Anholt. De rechtsback stond na lange tijd weer de gehele wedstrijd op het veld. "Het was geweldig om eindelijk negentig minuten te spelen. Vroeger kon ik nooit slapen na een wedstrijd. Dat was ik inmiddels vergeten omdat ik zo lang niet gevoetbald had. Maar in de nacht van zaterdag op zondag lag ik weer wakker door de adrenaline. Heerlijk. Ik heb de spanning gemist toen ik aan het revalideren was." Van Anholt vervolgt: "Je wordt teruggeworpen door een blessure. En je wilt zo natuurlijk niet beginnen bij een nieuwe club. Gelukkig ben ik een positief ingesteld mens. Ik ben uiteindelijk maar twee dagen echt chagrijnig geweest. Negatief denken helpt je echt niet verder." De verdediger blikt nog terug op de bekerblamage en het daarbij horende vertrek van Hans Smulders: "Ik was er niet bij, maar na de bekernederlaag tegen RKC, in september, kwamen boze fans naar het trainingscomplex. Een paar dagen later werd de technisch directeur die mij heeft gehaald, Hans Smulders, ontslagen wegens slechte sportieve resultaten. In mijn ogen was dat niet nodig. Er is sindsdien ook niet zoveel veranderd." Verder heeft Van Anholt lovende woorden over het NAC-publiek: "De fans zijn er echt altijd, ook als de resultaten belabberd zijn. Ik begrijp het eigenlijk ook niet. De mensen hier zien een wedstrijd van NAC als een leuk uitje. Tevreden zijn ze lang niet altijd, maar ze komen wel. Met hun steun pakten we drie punten tegen Vitesse. Hun Trainer, Leonid Slutsky, zei dat hij zo'n publiek nog nooit heeft meegemaakt. De fans zijn extreem met de club begaan." Het volledige interview van de Leeuwarder Courant met Pele van Anholt is hier te lezen.

Bron: B-Side Rats, Leeuwarder Courant