De Jong:"De clubs hebben elkaar hard nodig om een competitie te kunnen spelen"

Volgens De Jong kan de voetballerij in Nederland op dit moment niet zonder steun blijven bestaan. De directeur praat over een bedrag van maximaal 140 miljoen euro. “Dat is als we een heel jaar zonder publiek spelen. Maar bij elke speelronde die wél gespeeld kan worden met publiek in stadions, gaat daar zo’n 5 tot 7 miljoen euro vanaf.”

De beheerder van het noodfonds gaat er volgens De Jong voor zorgen dat clubs die nu al financiële problemen hebben niet beter uit de crisis komen dan dat ze er in gingen. De Jong geeft in het AD aan dat de peildatum in november 2019 lag, aan de hand van die cijfers berekend het noodfonds hoeveel inkomstenderving een club heeft en daar keert het maximaal dertig procent van uit. Het is dan ook geen doel op zich om alle 34 clubs overeind te houden. Het is volgens De Jong belangrijker om de competities in stand te houden en daar zijn zoveel mogelijk clubs voor nodig. Volgens de bestuurder beseffen de clubs dat nu. “De clubs hebben elkaar hard nodig om een competitie te kunnen spelen. En voor de beeldvorming was het ook niet verstandig om rollebollend over straat te gaan. We moeten gewoon vaker met één standpunt naar buiten komen. Dat mag je ook van ons verwachten. We hebben blijkbaar tijd nodig gehad om tot dat inzicht te komen.”