O21: Lars Mol: ‘Hier minuten maken om fysiek sterker te worden’

NAC O21 speelde een prima wedstrijd tegen Vitesse met vlot en aanvallend spel. Achteraf was een gelijkspel een terechte uitslag, al was NAC in de slotfase nog dichtbij een treffer. Kan je dan na afloop tevreden zijn met een punt? “Nee”, antwoordt Lars Mol in eerste instantie. Als hij vervolgens de wedstrijd nog een keer naloopt, kan hij zich toch meer vinden in het behaalde resultaat. “Ik vond onszelf wel de betere ploeg. We hebben kansen gecreëerd, maar het is ook goed dat je de wedstrijd niet verliest want je ziet hen ook nog grote kansen krijgen. Dus we mogen opzich wel tevreden zijn met een gelijkspel.”

Na een sterke fase voor rust werd het achterin bij NAC uit het niets rommelig. De opbouw van achteruit werd slordig en de spelers leken het even kwijt. Daarbij viel ook de gelijkmaker. “Het was niet eens een kans, een vrije trap van ver die goed valt”, blikt Mol terug op het moment. “Dan zeg je in de rust tegen elkaar ‘doorzetten deze lijn, die goal gaat nog wel vallen’. Uiteindelijk gebeurt dat dan niet, maar je creëert wel kansen in de tweede helft.”

Bij winst en puntenverlies van NEC had NAC promotie al kunnen veiligstellen. Volgens Mol zat het in de hoofden van de spelers, maar leidde het niet af. “Het speelt automatisch mee, maar in principe heb je elke wedstrijd wel de wil om te winnen.”

Verantwoordelijkheid

Door het gemis de meer ervarene Marijnissen, Brandt en Kotzebue voelde Mol deze wedstrijd meer de verantwoordelijkheid om zelf het initiatief te nemen. Voor rust had hij moeite om het spel te maken, vooral omdat hij door zijn directe tegenstander geschaduwd werd. “De middenvelder bleef een beetje aan mij geplakt. In de tweede helft kon ik meer mijn vrijheid vinden. Dan kom ik meer aan de bal en meer in mijn spel.” Dat was te zien, vooral aan het aantal meters dat hij zowel aanvallend als verdedigend maakte.

Zelf noemt hij het ook zijn favoriete positie. Op een driemans middenveld met de punt naar voren als rechtermiddenvelder. “Als box-to-box speler, dat ik naar voren en naar achter kan in een vrije rol.” In het verleden speelde hij in de jeugd van NAC als ‘nummer 6’. Daar kan hij nog steeds op uit de voeten, maar hij focust zich het liefst op zijn huidige rol. Daar kan hij het best zijn kwaliteiten tot uiting brengen.

“Ik lees het spelletje goed, heb overzicht en ik heb opzich wel een prima pass en crossbal in huis.” Ondertussen is zijn belangrijkste verbeterpunt volgens hem zijn fysiek. “Het is goed dat ik hier minuten maak om fysiek sterker te worden. Ik ben ook naast het krachthok bezig met extra krachttrainingen.”

‘Mooie ervaring’

Op zijn 11^de stroomde hij in bij de jeugdopleiding van NAC. In september vierde hij zijn 18^de verjaardag en maakte hij zijn debuut bij de O21. Daar stond hij tot nu toe elke wedstrijd in de basis. Een paar weken geleden mocht hij zelfs al voor het eerst met NAC 1 meetrainen. “Dat was wel een mooie ervaring, ook omdat ik in de oefenwedstrijd tegen RKC 45 minuten mocht spelen.”

Die ervaring smaakt natuurlijk naar meer, maar Mol blijft realistisch over zijn weg naar het profvoetbal. “Dit jaar wil ik vooral minuten maken en volle bak trainen bij de O21. Misschien een keertje meetrainen bij het eerste of weer een oefenwedstrijd meedoen. Dan hoop ik in de voorbereiding voor het volgende seizoen meer bij het eerste mee te kunnen doen.”

In de tussentijd is hij naast het voetbalveld ook bezig met de Mbo-opleiding Sport en Coaching. Daarvoor kan hij alvast meekijken met de trainer, die hem soms al om zijn mening vraagt. “Af en toe krijg ik al te horen ´hé Lars, hoe zou jij dit doen?’ Niet per se alleen vanwege mijn studie, maar omdat ik tactisch denk ik ook wel sterk ben.”