NAC en Breda gaan convenant herzien

NAC en de gemeente Breda gaan zich opnieuw buigen over het conventant dat beide partijen in 2003 opgesteld hebben. Breda wil af van de lokale bemoeienis met de club, al blijft de gemeente wel eigenaar van het stadion. Volgens wethouder Alfred Arbouw van Breda moeten er heldere afspraken gemaakt worden over onder meer het inzicht in de financiële gegevens van de club. NAC huurt het stadion van de gemeente Breda. In dat convenant stonden een aantal afspraken m.b.t. de financieën bij NAC. Het bestuur van NAC moet iedere maand een rapport overleggen aan de gemeente over de financiële situatie, net zoals de club dat moet doen aan de KNVB. NAC Breda kan geen lening afsluiten van meer dan 20.000 euro zonder toestemming van de gemeente en moet ieder jaar een sluitende begroting presenteren. Zonodig wordt die tijdens de rit bijgestuurd. Uitgaven die leiden tot een overschrijding van de begroting, zijn zonder toestemming van de gemeente niet mogelijk. Bovendien is er iedere twee maanden overleg tussen de gemeente en NAC. In dit convenant staat ook dat het stadion voor andere doeleinden dan alleen betaald voetbal gebruikt kan worden. Andere (sport)organisaties zijn onder voorwaarden welkom, als ze maar betalen. Verder is afgesproken dat NAC Breda kan blijven proberen grond en gebouwen te verkopen binnen een bepaald gebied van het bedrijventerrein Steenakker. B en W van Breda moeten dat wel goedkeuren. NAC Breda moet eventuele winsten gebruiken voor de aflossing van schulden of versterking van het eigen vermogen. Dat gaat pas op als de schuld van NAC aan de NV BRIM (en dat is een dochter van de gemeente) is afgelost.

Bron: B-side Rats, Omroep Brabant