Wij gaan niet opzij

BSRetro: Danny Schrijvers

Castor

Tien seizoenen in het geelzwart, meer wedstrijden in het eerste dan Leo Canjels, meerdere Bouwmeesters én zijn eigen vader. Maar ook voetballer in een tijd waarin er meer was (of meer móest) dan alleen voetbal. Een portret van Danny Schrijvers, verdediger/middenvelder (of toch stiekem spits?) van een misschien niet altijd geweldig goed, maar boven alles ‘echt’ Bredaas NAC.

Het is een dag om foto’s van te nemen, een frisse, zonnige dag in ‘t Ginneken. Over de rolschaatsbaan van het Schoolakkerplein een keertje rechts en een keertje links, dan sta je in een verrassend stil straatje in (wat je als niet-Bredanaar zou noemen) een luxe stukje stad. Een smaakvol ingericht, stijlvol nieuwbouwhuis dat evenwel niet als nieuwbouw voelt. Een grote brave hond die ligt te snurken op een kussen in een moderne keuken. Een chique woning, zonder al te veel sportieve memorabilia, trouwens.

‘Want inderdaad, als je in mijn huis rondkijkt zie je niets wat aan mijn voetbalcarrière herinnert. Misschien ben ik daar iets anders in dan anderen: ja, mijn moeder heeft nog ergens een plakboek liggen met krantenknipsels, maar van mijn tijd als speler heb ik geloof ik nog één shirt liggen, ergens op zolder. De rest heb ik weggegeven, een vriend van me gaat nog elke wedstrijd in één van mijn shirts naar NAC, áls dat in deze tijd nog kan.’

Maar denk niet dat Danny Schrijvers niks meer met NAC heeft. Hij bezoekt wedstrijden wanneer hij kan, maar als hij niet kan gaan kijken zorgt hij dat hij in ieder geval in de buurt van een scherm is om het tóch te kunnen zien. Hij zit in het bestuur van Oud-NAC, de vereniging voor alle oud-profs die ooit voor de club zijn uitgekomen. En doorheen het gesprek komt ook herhaaldelijk het spel van het huidige NAC ter sprake, hoe weinig vreugde dat ook oplevert: een klein beetje ergernis over het niveau, de techniek of de voetbalintelligentie van de Bredase sterren van nu valt niet te ontkennen.

 

1965-1984

‘Zoals mijn ouders altijd zeggen: ik ben gemaakt in Amsterdam, maar geboren in Eindhoven. Mijn vader speelde bij DWS, maar vertrok in 1965 naar PSV, en in die hoek van Brabant hebben we ook gewoond tot mijn vader in 1970 terugkwam naar NAC.

'Ik ben begonnen bij JEKA maar ik ben al vrij snel overgestapt naar de jeugdopleiding van NAC. Ik was misschien niet de beste voetballer van mijn jeugdteams, maar ik was wel vrij allround, en vrij constant in hoe ik presteerde. Toen ik zeventien was werd ik gevraagd aan te sluiten bij het tweede, maar daar heb ik volgens mij twee of drie keer meegetraind. Halverwege het seizoen raakte Anton Joore geblesseerd, en kon ik aansluiten bij het eerste. Ik debuteerde uit tegen Heerenveen, met een goal trouwens.’

‘Ik speelde doorgaans als centrale verdediger, of verdedigende middenvelder, maar ik scoorde toch regelmatig. Ik kon aardig koppen, was vaak gevaarlijk bij corners, en áls ik ze mocht nemen ook bij vrije trappen, want ik had een goede trap met links.’

 

Van vaders en zonen

Zomaar een maandagochtendkrant uit het archief. ‘’Avondje NAC’ is weer terug’, kopt De Stem na NAC-FC Twente, op 19 maart 1984: “Daarnaast durfde [trainer Henk de Jonge] het aan om de 18-jarige Danny Schrijvers met een belangrijke opdracht veld in te sturen. Schrijvers (qua allure het evenbeeld van zijn vader) voldeed volledig aan de verwachtingen van De Jonge. Op uiterst correcte, maar wel onverbiddelijke wijze slaagde hij erin om krachtpatser Ashcroft [van FC Twente] aan banden te leggen. Bovendien zorgde hij voor de zo broodnodige rust in de NAC-defensie […]“.

Het zijn lovende woorden vol verwachting, over een beginnende prof met een inderdaad gelouterde vader. ‘Voor veel mensen rond NAC ben ik nog altijd ‘de zoon van’, sommigen noemen me Daan. Dat gaat nooit meer over, en dat vind ik ook niet erg. Ik heb ook niet meegelift op zijn status, of zo, ik heb het wel zelf moeten laten zien, zelf moeten doen, want als kind van een groot voetballer krijg je echt geen profcontract cadeau, kijk naar Brusselers of Van der Gaag.’

‘Mijn vader Daan debuteerde als speler van NAC al in Oranje, in 1962, en is een paar jaar aanvoerder geweest van het Nederlands Elftal. Hij speelde zijn laatste wedstrijden toen ik nog klein was, dus ik heb hem niet veel zien spelen, maar later, bij de oud-internationals, heb ik hem nog wél aan het werk gezien. En ook daar deed hij nog alles op techniek. Hij liep nooit véél, maar maakte altijd slimme meters.’

‘En dat heeft hij mij van jongs af aan ook proberen te leren: door slim te lopen kun je met vijf meter meer bereiken dan met dertig meter ondoordachte sprint. Na wedstrijden die ik in de jeugd speelde, hebben we vaak nog in de tuin spelsituaties nagespeeld. ‘Waarom loop je zo, als je ook zo kan lopen? En waarom neem je een bal zo aan?’ En we hebben uren op kopballen geoefend, mijn koptechniek is daardoor altijd goed geweest. Als ik nu spelers zie, ook in de Eredivisie, die geen ballen kunnen koppen, dat is ergerlijk. Maar ik had ook een goede leermeester.’

‘En natuurlijk, soms heeft dat ook wel gewrongen. “Ja, je hebt wel goed gespeeld. Máár…” heb ik vaak gehoord. Als jonge jongen wíl je het gewoon niet altijd horen. Maar nu ik daar op terugkijk zie ik ook in dat hij me altijd beter heeft willen maken, altijd heeft willen helpen.’

 

What if…

Terug naar 1984. De zege op latere kampioen Twente is tekenend voor de goede vorm van NAC, de tweede helft van dat seizoen. Want het jaar van Schrijvers’ debuut gaat vooral de boeken in als het jaar waarin NAC stunt met de winterse komst van Engels international Bob Latchford, en via de nacompetitie in 1984 promoveert. De opmaat naar promotie geeft de aankomend promovendus op de laatste speeldag vorm met een knetterende 10-1 overwinning op Veendam, nog altijd de grootste Bredase competitiezege ooit. NAC beslist vervolgens de nacompetitie met een 5-0 overwinning thuis tegen enige concurrent VVV, en is, na een jaar, weer terug in de Eredivisie. Voor Danny de Schrijvers is dat eerste seizoen de opmaat naar een bijna volledige profcarrière in het geelzwart.

‘Na mijn debuut heb ik bijna tien jaar in het eerste gespeeld. Maar zeker in het begin heb ik wel opties gehad om elders te spelen. In de jeugd, via contacten van mijn vader, werd ik wel eens gevraagd om in Eindhoven of Amsterdam te gaan voetballen, maar bij mij  thuis werd dan telkens toch besloten dat ik in Breda beter af was. En Leo Canjels, die in de eerste helft van de jaren ’80 coach bij KV Mechelen was, wilde me naar België halen, maar NAC liet me niet vertrekken. Mechelen heeft in mijn plaats Graeme Rutjes van Excelsior gehaald. Je kent de latere successen van KVM, maar ja, Maaskant wilde me niet laten gaan, NAC was volgens hem goed voor me. Tja, dan had je als speler niks meer te willen, in die tijd.’

En dus blijft Schrijvers in Breda, waar hij een hoop mooie, maar ook iets minder mooie tijden meemaakt: NAC promoveert in 1984, maar degradeert in 1985 net zo snel weer. Van de buitenkant bekeken staat er een leuke mix is van routine en talent, met mannen als Hans van den Dungen, Edy de Schepper, Geert Meijer, Guus van der Borgt en Peter Remie, aangevuld met (op het oog) buitenkansjes van transfers als Johnny Dusbaba en Ruud Geels. Die mix is echter lang niet sterk genoeg om degradatie te voorkomen: NAC eindigt als 17e, goed voor directe afdaling naar de Eerste Divisie, en lijfsbehoud zit er geen moment in.

 

Voorafgaand aan seizoen 1989/'90. Van links naar rechts geweldige kapsels van jeugdproducten Jack Sweres, Hans van den Dungen, Ton Cornelissen en Danny Schrijvers. (Foto: BN de Stem/Johan van Gurp, collectie Stadsarchief Breda)

 

Naar voren

Het is het begin van een ronduit droevige periode in de NAC-geschiedenis, waarin het geld elk jaar op is, en een jaar later nog verder op blijkt. Seizoen 1987/’88 is één groot sportief dieptepunt, zonder geld voor nieuwe shirts of spelersmaaltijden, laat staan nieuwe spelers, en amper toeschouwers in het stadion om het aan te komen zien. Maar wat opvalt aan de herinneringen aan die tijd van Danny Schrijvers, geldt voor de herinnering van meer spelers die in die periode in Breda rondliepen: het was niet goed, maar stiekem wel heel leuk.

‘Mijn jaren bij NAC waren niet bepaald de vette jaren, sportief niet, en financieel ook niet. Maar wat het bijzonder maakte, en wat bijvoorbeeld oud-NAC nog steeds bijzonder maakt, is de sfeer die er in de club was, toen. Er was geen geld voor transfers of goede transfervrije aanwinsten, dus speelden we met jongens uit de buurt. Hans van den Dungen, Peter Remie, Jack Sweres, Jack Koumans, ikzelf, we kwamen allemaal uit Breda en omgeving, we stonden geregeld op het veld met jongens die allemaal ook in de jeugd al jaren samen speelden.’

‘Wat NAC bovendien interessant maakte was het voetbal zelf, natuurlijk, onze speelwijze. Als ik naar het huidige NAC kijk, zie ik een ploeg die eerst achteruit kijkt, de keeper zoekt, ballen tussen verdedigers en middenvelders overspeelt. In mijn tijd keken we éérst waar het doel was, en hoe we daar zo snel mogelijk konden komen. We speelden altijd op de aanval. Voor onze backs, en zeker Hans van den Dungen, was verdedigen nog net geen bijzaak, die wilden alleen maar tien keer de achterlijn halen.’

‘En we waren door die gedeelde geschiedenis een echt team, we deden het samen, zowel op als naast het veld. Iedere eerste maandag van de maand met Tim Meeus en de hele selectie uit eten, bijvoorbeeld, naar restaurant Bali, en naderhand nog een klein drankje ergens in de stad, dat was altijd mooi. En we hadden het geluk dat ook de spelersvrouwen onderling het goed konden vinden, dat droeg ook bij aan binding onderling. Die typering dat het spelershome van NAC de leukste kroeg van Breda was, dat klopte wel aardig, want of we nou met 2-0 wonnen of met 3-0 verloren, naderhand was het altijd gezellig. Peter Remie vertelde me eens dat we een wedstrijd met 0-5 op onze kloten hadden gekregen, maar dat hij daarvóór en daarna nooit meer een groter feest heeft meegemaakt in het spelershome. Mezelf kennende zal ik daar dan ook wel bij zijn geweest…’

‘Heeft ons nog wel eens scheve gezichten bij de supporters opgeleverd, want we verloren thuis natuurlijk ook wel eens, zeker halverwege de jaren ’80. We hebben dus ook wel eens fans binnen gehad in het spelershome, die op hoge poten verhaal kwamen halen, want terwijl zij in mineur het stadion uitliepen stonden wij al een feestje te bouwen. En dan was er wel even discussie, ja. Maar zoals het voor ons was, was het ook voor hen: je praatte het uit, haalde een rondje, na een paar biertjes was eigenlijk iedereen die hele wedstrijd weer vergeten.’

 

Voetballer én…

Het NAC van de jaren ’80 is een team dat wil aanvallen, en naar mate de jaren vorderen daar ook steeds beter in slaagt, of dat in ieder geval steeds beter weet te combineren met succesvol verdedigen. Vanaf 1988 wordt de stijgende lijn ingezet, met vanaf 1990 elk jaar plaatsing voor de nacompetitie (die in de volksmond NACompetitie gaat heten, maar desondanks nog niet winnend wordt afgesloten). Danny Schrijvers is, als leider in de defensie of slot op het middenveld, vaste waarde, ook in die vlucht naar boven: NAC wordt langzaam weer een topploeg in de Eerste Divisie, met aansprekend spel, een vol stadion aan de Beatrixstraat, en een benaderbare spelersgroep die ook niet vies is van een feestje.

De andere kant van dat typische geelzwarte jaren ’80-plaatje is echter ook het geld, of liever het gebrek eraan. Profvoetbal is een parttime baan in de Eerste Divisie, in heel Nederland werken spelers naast hun voetbal. Bij NAC staan sommigen doordeweeks op de werkvloer bij sponsoren, zoals bij ISPC of bij Wanzl, sommigen hebben een eigen sportzaak, sommigen, zoals Danny Schrijvers, zijn jong, en thuiswonend/studerend/zoekend.  

‘Het was niet zo dat je ernaast móest werken, als NAC-speler in die tijd, maar ik had al gauw door dat ik mezelf niet financieel onafhankelijk ging spelen bij NAC. En als dat zo was, leek het me niet handig om na tien jaar alleen over voetbal te kunnen praten. In die zin heb ik vrij vroeg een goede inschatting gemaakt van wat ik uit mijn carrière kon halen. Maar opnieuw, ook wel met hulp van mijn ouders, die wisten hoe het profwereldje werkte. Ik heb tot mijn 23e thuisgewoond, en het geld dat ik bij NAC verdiende heb ik op advies van mijn vader ook altijd apart gezet. Als ik dan voor mijn vriendin een cadeautje wilde kopen, moest ik altijd “die ouwe” om vijfentwintig gulden vragen, daar keek ze wel eens raar van op. Maar wat ik altijd tegen haar zei: ik hád wel geld op mijn rekening, ik kon er alleen niet bij.’

 

Handen uit de mouwen

Schrijvers’ jonge jaren bieden echter ook kansen buiten het veld, om te investeren, maar ook om praktische vaardigheden te leren. In heel het land, en ook in Breda, staat veel stadse woonruimte te koop. Wat inhoudt dat er ook moet worden verbouwd: anno 2020 is het moeilijk voor te stellen dat bepalende spelers van NAC hele dagen staan te klussen, maar dat is wat eind jaren ’80 gewoon gebeurt.

‘Een kennis van me had een broodjeszaak, Moby Dick, een klein, smal tentje bij het Van Coothplein, en hij was ook sponsor bij NAC. Als we samen door Breda reden wees hij me af en toe op panden die doorheen de stad te koop stonden. Hij was altijd op zoek naar een kans om voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten, huizen over te nemen van ouderen die binnenkort naar het bejaardenhuis moesten, bijvoorbeeld.’

‘Op één van die tochtjes wees hij me op een pand, een appartementencomplex in de buurt van het Brabantplein, waar al jaren niks meer aan gedaan was. Het leek hem slim als ik daar nu in investeerde. En misschien was voor mezelf de tijd er ook wel rijp voor: ik had zelf net twee flinke kruisbandblessures achter de rug. Eerst links, ik zat tot mijn lies in het gips, maar na het revalideren scheurde ik vervolgens mijn réchterknie af. Ik ben er een vol jaar uitgeweest, van eind 1985 tot eind 1986. Dat drukte me toch ook wel met mijn neus op de feiten: voetbal was tijdelijk, ik moest toch echt iets extra’s doen.’

‘Dat pand heb ik toen via Tim Meeus zelf kunnen financieren, hij was sponsor, bestuurder, adviseur en goedheiligman bij NAC, of vooral dat laatste. Maar dat betekende óók dat ik vervolgens zélf aan de slag moest om het op te knappen. Ik was niet handig, maar ik kon wel alles leren, en met die instelling ben ik eraan begonnen: alle kozijnen waren rot, er moest opnieuw gevoegd worden, alles opnieuw geschilderd. En ik heb alles zelf gedaan.’

‘Ik heb bij Wicher Nijkamp aangeklopt, een NAC-sponsor met een bouwbedrijf, daar heb ik steigers gehuurd, bij Den Braven, een andere sponsor, heb ik kit en houtrotvullers weten te regelen, en bij weer een ander materiaal gehaald om hout te impregneren, in ruil voor twee flessen Bokma van 20 jaar oud. Die steigers heb ik zelf gebouwd: op de begane grond is dat goed te doen, maar met elke etage die je omhoog moet, moet je ook met die buizen naar boven klimmen. Met die hele klus ben ik vier maanden bezig geweest: om half negen ‘s ochtends aan het Brabantplein, tot half drie klussen, dan snel naar huis om mijn tasje te pakken, en dan vanaf vier uur trainen. Intensieve dagen zullen we maar zeggen.’

 

18 november 1989: NAC-Veendam in de uitzending bij Studio Sport. Een typisch Avondje NAC (en een belangrijk duel in de strijd om de periodetitel) eindigt in 3-0, Gerard den Haan schoffelt en schopt, Dennis van der Gijp stift, Wanny van Gils Scoort, Danny Schrijvers stuurt (op 7:38) een spits op fijnbesnaarde wijze het bos in.

 

Jay

En als gezegd, het voetbal lijdt er niet onder. In 1991 is NAC, na een goed seizoen onder leiding van Cor Pot, tot de finale van de nacompetitie doorgedrongen, het heeft een kern spelers die al jaren met elkaar samenspelen, en de wisselwerking tussen het team en het regelmatig uitpuilende stadion zal legendarisch worden. NAC heeft een uitzonderlijk sterke as, met Karelse, Schrijvers, Lokhoff en topscorer Ton Cornelissen, en ondanks een klein verlies in Venlo moet de return in Breda hét sportieve hoogtepunt worden voor een echt, hecht, Bredaas team dat al vier jaar in een opwaartse spiraal voetbalt. Maar die spiraal breekt af, of wórdt doorbroken, door ene Jay Driessen. Weg promotie.

‘Dat betekende trouwens ook dat ik mijn huwelijksreis moest verzetten: bij het regelen van de trouwerij hadden we rekening gehouden met de reguliere nacompetitie, maar we hadden niet gedacht aan een eventuele herkansing. Maar die kwam er wél, tegen SVV. En dus hebben we ergens tussen de wedstrijden door ons trouwfeest gegeven, waar ook de hele selectie bij was: de spelers mochten twee uur op het feest blijven, maar moesten daarna naar huis van de trainer. Nou ja, ik heb nog ergens de videobanden liggen van die avond, met een zekere Zeeuwse eerste keeper van NAC die met mijn schoonmoeder op zijn schouders door de zaal loopt te hossen. Ik weet dus niet zeker of iedereen zich aan die twee uur gehouden heeft, die avond.’

Voldoende soelaas voor de rampwedstrijd tegen VVV biedt het feest helaas niet: de dubbele ontmoeting tegen SVV eindigt, over twee wedstrijden, in 1-5. Het zaait de kiem voor het vertrek van succestrainer Cor Pot, die op trainingskamp in Kaufbeuren in conflict raakt met de spelersgroep, en in oktober vertrekt. NAC behaalt onder interim-trainer Jo Jansen in 1992 nog wel de vierde plaats, maar doet nooit echt mee om de titel, zoals ook promotie onhaalbaar blijkt in een nacompetitie met Go Ahead en Heracles.

 

Breuk

Als NAC een jaar later wél promoveert doet het dat met een paar nieuwe gezichten in de selectie, ten koste van een paar vaste krachten: Ton Cornelissen is al weg, Hans van den Dungen zit nog wel op de bank, Danny Schrijvers, kind van de club en sterkhouder in de jarenlange opbouw naar promotie, zit op de tribune.

‘Mijn laatste jaar bij NAC was ik gewoon niet goed genoeg meer, zo eerlijk ben ik wel. Ik raakte vroeg in het seizoen geblesseerd, en Spelbos heeft na de winterstop Marco Sas, mijn vervanger, daarna laten staan. Daarbij merkte ik óók dat ik mijn verzekeringswerk steeds moeilijker kon combineren met het voetbal: ik heb meermaals gehad dat ik om een uur of twee ‘s middags nog met een klant om tafel zat, maar dat ik dan de hele tijd naar mijn horloge zat te kijken, want ik moest eigenlijk nog naar de training. Dan zat ik bij die afspraak op hete kolen, moest ik me vervolgens ontzettend lopen haasten om op tijd bij NAC te zijn, en dan kreeg ik naderhand natuurlijk ook nog commentaar, als ik daardoor te laat op de club was. Als je dan ook nog steeds minder speelt, en uiteindelijk die laatste wedstrijden niet eens meer bij de selectie zit, dan voel je dat je er gewoon niet meer bij hoort. Dat maakte die laatste wedstrijd, uit bij Den Bosch, voor mij persoonlijk dan ook vooral raar: ik was nog een beetje deel van de club, maar tegelijk ook weer niet helemaal.”

 

Goals, goals, goals!

Want ondanks het feest in Den Bosch (0-3, één keer Gesthuizen, twee keer Van Hooijdonk), en promotie naar de Eredivisie, betekent de zomer van 1993 ook de breuk met Bredase iconen van de jaren ’80. Waaronder dus Danny Schrijvers: hij vertrekt als 28-jarige, na tien seizoenen geelzwart, naar Thielen in België, waar hij twee promoties op rij meemaakt, om daarna nog één jaar écht af te bouwen bij Hoogstraten. Vanaf het midden van de jaren ’90 sluit Schrijvers aan bij het zaterdagelftal van Baronie, waar hij samenspeelt met mannen als Alan Gouvernante, Frits von Seydlitz Kurzbach, en Hubert Baardemans, allemaal spelers met een NAC-verleden.

In groen-witte dienst ontpopt hij zich, opvallend genoeg, tot veelscorende spits, en dat tot op hoge leeftijd trouwens: in 2008/2009 nog (dan is Schrijvers al dik in de veertig) tekent hij nog voor liefst 20 goals. ‘Ik weet niet of ik het had gered in het betaald voetbal als spits, want de tegenstand is dan natuurlijk ook veel zwaarder, maar op dat amateurniveau, voor de lol, kon ik nog vrij lang vrij aardig mee. Was ook altijd wel leuk, natuurlijk, we speelden dan tegen Zeeuwse ploegen in goedgelovige dorpjes, op zaterdagmiddag, vierde klasse. We troffen altijd ploegen die echt toeleefden naar zulke wedstrijden, wij zelf trainden eigenlijk niet. En toch maakte ik er dan geregeld een stuk of vijf, zes per wedstrijd. En niet de lelijkste! Dus als je vraagt of ik spits was, of toch verdediger… het is geen vergelijken, maar spits vond ik stiekem toch leuker.’

 

Elders

Voor NAC blijft de teller voor Danny Schrijvers steken op 259 officiële wedstrijden, meer dan iconische voorgangers als Leo Canjels of Kees Kuijs, meer dan opvolgers als Patrick Zwaanswijk, meer dan zijn eigen vader Daan Schrijvers (die speelde 168 keer voor NAC). Maar zijn naam ligt in het publieke geheugen misschien toch minder op de voorgrond dan die van andere iconische oud-NAC-spelers: de Wikipediapagina over Danny Schrijvers is bijvoorbeeld ook verre van compleet. Misschien een gevolg van de stappen die hij na, en buiten, het voetbal gezet heeft.

‘Ik ben ook nooit blijven hangen in dat wereldje. Ik heb vrij vroeg mijn textielbrevet gehaald, zodat ik met mijn vader aan de slag kon in de herenbovenkleding. Toen dat niks bleek heb ik op aanraden van Tim Meeus mijn diploma Assurantiën gehaald, waardoor ik aan de slag kon in  de verzekeringsbranche, en ik ben begonnen in het vastgoed. Ik heb dus altijd breder gekeken dan alleen het voetbal. En daarbij, het trainerschap heeft me bijvoorbeeld nooit getrokken. Ik ben een tijdje jeugdtrainer geweest bij de pupillenelftallen van mijn zoon, destijds, maar ik was veel te amicaal met die jongens, zowel op als buiten het veld.’

‘En ook commercieel heb ik me nooit echt op laten voorstaan op het voetbal. Ik heb na mijn voetbaltijd, als verzekeraar, klanten gehad die fanatieke NAC-supporters waren, maar er pas na een afspraak of zes zélf achter kwamen dat ik bij NAC gespeeld heb. Ik heb mijn voetbalcarrière wat dat betreft niet maximaal benut, of uitgebuit: ik heb me nooit uitgegeven als ‘Danny Schrijvers van NAC’, of zo.’

‘Maar ik ben niet voor niks in bestuur van Oud-NAC gegaan. Dat team waar we in mijn tijd mee speelden, met allemaal Bredase jongens, dat was een prachtige tijd, waarvan vooral het gebeuren omhéén het voetbal is blijven hangen. Het was een hechte groep die als een familie met elkaar omging, en ook lang bij elkaar kon blijven, juist omdat het financieel en sportief niet top was. Die band die we toen hebben opgebouwd, en die nu ook nog steeds bij Oud-NAC hebben, dat komt waarschijnlijk nooit meer terug.’

 

(De foto's bij dit artikel zijn gemaakt door Johan van Gurp, en danken we aan het de beeldbank van het Stadsarchief Breda, waar je deze, en nog duizenden andere historische foto's van NAC én Breda gratis kunt vinden.)
Bron:
B-Side Rats
48 Reacties
49   2  
NAC4Ever

Ruim een maand geleden was het gat met Almere 12 punten, nu 0 en er op doelsaldo overheen, lekker! Nu nog De Graafschap pakken💪

23   4  
scheppioni

Moi stuk Castor !!!
Nog goed in mijn geheugen, de tijd dat ik als puber op verre afstand al bezeten was van ons NAC, dat ook nog dat we twee jaar ervoor 17de stonden in de eerste divisie !
NAC in ons hart !!

15   0  
NACDemter

Had het er gisteren nog met iemand over hier in Deventer. tot mijn 18 naar NAC gegaan, vanaf mijn 20 ook naar Kowet omdat ik in Deventer woon, maar deze periode en de teams waarin ook Schrijvers voetbalden vond ik zo mooi. Bredase jongens die je zelfs voor je sprekbeurt of een goede doelen avond kon uitnodigen op school :) Dat is waarom ik nooit echt voor een andere club kan zijn.

Voetbalschoenen kopen bij de Perry, als je langs het casino reed wist je dat Toto daar aan het werk kon zijn, later Lokhof met zijn sportzaak, Samson met zijn schoppen, zelf was ik altijd Henny Verschoor (links voor, ), Siepke op de tribune... De wedstrijd tegen SVV met Joop Hiele op goal in de bruine Kuip... nostalgie. Dank voor deze rubriek :)

9   1  
No worries

Ik heb nu nog geen tijd maar ik kan niet wachten tot ik vanavond op de bank zit. Dank Bsiderats voor deze traktatie zodat ik in mijn hoofd weer kan gaan rond dwalen in die goede oude tijd.
Toen de lucht nog schoon was en sex vies en NAC net zo goed én net zo slecht als nu.

HUP NAC

6   0  
Gjoewie

Mooi artikel. Hulde!
Zo bescheiden als Danny Schrijvers nu is, zo was hij ook als speler. Je zag of hoorde hem eigenlijk niet. Hij had een hard schot, een goede pass en kon goed koppen. Betrouwbaar ook, hij had niet van die missers zoals Zwaanswijk, die finaal naast een bal kon schoppen. Maar verder viel Danny Schrijvers niet op.
Heerlijk trouwens om Den Haan er weer vol in te zien kleunen. Als je hem zo ziet, dan is het eigenlijk een wonder dat nooit iemand een been brak in een wedstrijd tegen NAC.
Danny Schrijvers heeft er toch ook nog goed zicht op. Hij analyseert haarfijn het spel van het toenmalige NAC en van het huidige NAC. In die samenvatting zie je rechtsachter Hans van den Dungen vaker een voorzet geven dan rechtshalf Peter Remie, die er toch bekend om stond indraaiende voorzetten te geven. Feit was wel dat Van den Dungen vaak niet op zijn plaats achterin stond als de tegenstander de bal had. Maar ach. Bier drinken en k*t roepen, dat is het altijd geweest en zal het altijd blijven.

6   1  
No Worries

@SCHEPPIONI

dat was de tijd dat RBC nog een angstgegner was

5   1  
Cool hand

Voor 3 gulden naar binnen en in de rust naar huis omdat het gebodene niet om aan te zien was. Zo herinner ik me de allerslechtste tijden van NAC (1987?). Danny was zeker niet een groot talent, maar kende zijn beperkingen en haalde altijd wel een voldoende.

23   1  
Maarten

Hoor Annie v Hooijdonk nog door t oude stadion schalmen met de opstelling. Bij NAC in het doel, John Karelse. Met nummer 2 Hans vd Dungen. 3 Danny Schrijvers etc. Voor mij was de mooiste NAC tijd 1989 TM 1994. Echt NAC. In t weekend gierden de zenuwen door je keel. Zondag babbelen over de gespeelde wedstrijd en maandag keek je al naar t volgend weekend. Enorm genoten toen. Stonden ook 11 helden op t veld voor je gevoel. Siep, en de Leeuw op t muurtje van de B-Side. Zo vertrouwd naar ook zo indrukwekkend. Je keek tegen die gasten op . Nee, dat gevoel krijg ik nooit meer. Was toen ook in de puberteit dus alles leek ook gewoon mooier. Tot de dag van vandaag mis ik nog steeds de Beatrixstraat. Droom soms nog wel eens over dat het huidige NAC moet voetballen daar omdat t nieuwe stadion verbouwd moet worden. Dat je dan denkt, eigenlijk kan dit niet meer. In dromen kan t gelukkig nog wel.

9   3  
scheppioni

Klopt no worries hahaha !!
Ook nog de tijd dat de veters nog in de schoenen zaten ipv tussen de billen !

2   2  
Baosje

ik wist niet dat Mulder destijds al scheidsrechter was, hahaha

4   0  
Breda F2

Prachtig stuk en een mooi stuk studio sport. Wat blijf ik de bea missen joh.

9   0  
Nonkel Frans

Chapeau Castor dank je wel
voor een goed en mooi geschreven stuk.

Iedere keer als "die club van toffe jongens is de trots van heel Breda" massaal en uit volle borst van de tribune klinkt, weten de oude getrouwen over welke Bredase spelers en tijden we het hebben. Altijd weer kippenvel.

De familie Schrijvers bracht ons 2 toffe gasten gedurende 2 toffe tijden. De volgende generatie supporters is zeker gebaat bij een interview en artikel als dit.

Chapeau Danny, dank je wel!

Hup NAC!

3   0  
André

Ik was er bij wat een tijden . Vak A . De grensrechter beïnvloeden . Hi hi .... Maar van der Gijp . Toch niet de .... Ff mijn geheugen kwijt.....

8   0  
Donkey

Mooi stuk.....

Die 10-1 tegen veendam!! 1 van de hoogtepunten die ik heb meegemaakt.

Maar de 2e helft in de jaren 80 waren qua voetbal, publiek en organisatie zo verschrikkelijk slecht. Ik denk dat daar die slogan is ontstaan: Je moet wel heel bezopen zijn om naar NAC te kijken.

En dat waren we dan ook! anders was je zeker afgehaakt.



4   1  
Oldskool

Een van de aardigste gasten die ik ken. Topper!

6   0  
DunErwt

Goodold days, mis die tijden..... Sportief niet de mooiste wel de leukste 😊😊

4   0  
Deefje VAK G

Wat leuk om te lezen. Danny zat een klas lager dan ik op OBS Heusdenhout (heet nu OBS de Tweesprong). Elke pauze voetballen op het grasveldje ernaast; onze klas tegen zijn klas. mooie tijd

5   1  
Vlaai

Prachtige tijden, met 1200 man koukleumen en naar verschrikkelijk voetbal kijken. De urine en frikandellen lucht vermengd. Zoals eerder vermeld het boek van Sjoerd Massou is verplichte kost!!

12   7  
Real Robert

Dat waren onze eigen Bredase spelers!

Geen gekus van het veld na een doelpunt of andere

aanstellerij,'de kleur van de schoenen, het geverfde

haar en de tatoe's speelden geen rol.

En de supporters dronken bier en stonden niet stijf

van de pillen.

Natuurlijk wel af en toe wel matten met de

botenschrobbers natuurlijk.

Die zijn nu de baas bij ons!

Zucht!

6   0  
Samson

Dat van dat spelershome kan ik me nog herinneren. Ton Cornelissen aan de deur. De hele selectie inclusief John Peek in Cafe de Groene Vlinder op de grote markt.

34   4  
Moppernac

Volendam nog 10 min vol houden tegen Almere. Stand 1-2

1   0  
Peerke

@Andre
Niet de van der Gijp maar Dennis.

30   3  
Samson

Derde plaats!

49   2  
NAC4Ever

Ruim een maand geleden was het gat met Almere 12 punten, nu 0 en er op doelsaldo overheen, lekker! Nu nog De Graafschap pakken💪

12   1  
NuFfNie

Zo zie je maar dat we ook zonder afbraak voetbal resultaat kunnen behalen. 😂 😂

14   1  
Voske

Na een mooi resultaat in Almere een mooi verhaal gelezen over een mooie gast in een mooie NAC-tijd. Mooi man.

16   12  
Mo

Hopelijk is onz NAC SLIM en investeren we in de combi De Rooij/ Van Hooijdonk: 2 jonge talenten! Ik hoop dat Manders dat ook ziet!!!

6   5  
Ome Cor

Mooi stuk inderdaad en bijvoorbeeld de reactie van Maarten is ook hoe het in mijn herinnering zit.

En laten we heel eerlijk zijn ook in die tijd speelde onze jongens wel eens slecht, zelfs Schrijvers had er wel eens kutwedstrijden tussen zitten.... alleen hadden we toen nog (lang) geen social media.

26   5  
Brecht

"Slim lopen" . Sommige spelers hebben dat (Kaj de Rooij) en anderen (SVH) totaal niet. Zou Lurling onze spitsen daarin kunnen helpen?

3   0  
Henri

@Brecht
Jij trekt de opmerking van DS over zijn vader Daan, de Kluts, over verdedigend slim lopen in het voetbal van 35 jaar geleden, naar het al dan niet aanvallend slim lopen van spelers als De Roiij en Van Hooijdonk. Ik vind het interessant als je hier wat dieper op in gaat en met voorbeelden komt. Want juist in deze tijd wordt er vooral door de echte topploegen vooral gewerkt aan bewegingsvoetbal, veel vuile meters maken etc. Jij hebt vorig seizoen ook het voetbalsysteem van Hyballa gezien.

17   3  
Brecht

Nou het grootste voorbeeld is wel Rob Penders. Die maakte juist helemaal geen vuile meters. Sterker die kon eigenlijk helemaal niet goed lopen, maar die wist altijd waar de bal zou komen en hoe hij slim moest lopen. Zo ook bij corners: hij startte op het juiste moment en timede op het goede moment. Bij van Hooijdonk zie je juist dat hij wel hard werkt, maar totaal niet slim loopt. Hij weet niet waar de bal komt, start te laat en kan ook totaal niet jagen. Met dus altijd aangespeeld worden om in positie te komen. Een Lurling zou hem daar geweldig bij kunnen helpen. Bij Fiorini en Kai de Rooij zie je dat die zich veel beter positioneren en de ruimtes kunnen benutten.

7   8  
BREDA 1965

Volgens mij is Sydney onze topscorer

4   0  
D'n Portugees

Fijn stukje, mooie herinnering. Jaren '80 voorplein Rijks aan de Nassaustraat, samen met Danny en Hubert ....

8   0  
Badeend

Heerlijke nostalgie! Ook dat stukje Studio Sport, waarbij het vooral opvalt dat ook Peter Remie de corners gewoon op kniehoogte bij de eerste paal neerlegde. NAC-traditie?

7   1  
Geelzwartwit

Die 10 - 1 tegen Veendam was zo mooi. We zouden zeker wel winnen maar binnen no time stond NAC met 0 - 1 achter en toen werd het alsnog 10 - 1. Bij de stand 5 - 1 stond ik al op het veld. Vanuit de bside klommen vele supporters over de hekken om aan de zijlijn de wedstrijd verder te volgen. Dit gebeurde later bij de 5 - 0 wedstrijd tegen VVV ook nog. Ik zal die gewaarwording nooit vergeten...
Iedereen over de hekken het veld op en vanaf daar de wedstrijd kijken. Met veel moeite over dat hek en tsja.. Dan stond je daar. En nu?
Om me heen zag ik meerdere supporters in die mood. Stoer he? Gaaf he? Kijk daar staan er dan.. Tja daar staan we dan en nu?
Bizarre tijd met strijd op het veld en veelal ook op de tribunes tegen tegensupporterds. Utrechtsupports die op het dak klommen en de reclameborden van het dak sloopten en stukken ervan de NAC vakken Ingooiden. De poort in het midden van de bside naar het veld waarlangs iedereen het veld op wilde.. Een poort die naar binnentoe openging.. Men probeerde de poort naar binnen toe te openen maar van achteren drukten 100den supporters naar voren.. Ik heb nog een week last van een gekneusde borstkast gehad. Dat daar toen niet heel veel ernstig gewonden door verpletting geweest zijn begreep ik achteraf niet. Kon men uiteindelijk door de poort het veld oprennen rende de massa over alles en iedereen heen. Er lagen brandende spandoeken en confetti slierten op het veld waar mensen in vielen. Ook hier weer bijzonder dat er niet zo heel veel mensen onder de voet gelopen werden. Het gebeurde wel maar in verhouding had het veel erger kunnen zijn.
Wat een tijd.

5   1  
Nachoreca1

Zo! Dit was ' a trip trough memory lane' van de bovenste plank! Goud! Net als nij maarten geldt bij moj ook dat dat de mooiste periode was...85 t/m 95..
familie schrijvers ken ik goed en zijn echt fijne mensen . Daan een paar jaar geleden overleden maar wat kon ik genieten van zijn verhalen. Tja dan is het nu wat veranderd in voetballand zullen we maar zeggen...😔

11   1  
Matc

Bij Almere zijn ze in paniek, ze gooien de trainer op straat. Het zit echt hoog in hun bol daar.

8   0  
Wanny

@ Geelzwartwit

Kan me herinneren bij die 10-1, dat toen het 9-1 stond er een supporter in het scorebord was geklommen.

Annie riep toen om dat ie naar beneden moest komen omdat het levensgevaarlijk was en dat NAC dan speciaal voor hem de tiende ook nog wel zou maken.

En zo geschiede...

5   0  
Scheppioni

Wat een wedstrijd was dat zeg geelzwartwit en Wanny !! Met good old geert meijer ook nog scorend en Bobby 4x en Guusje knappe kopbal !

7   0  
Fliegervanger

Nac speelt van links naar rechts. Dat was de betere start bij een samenvatting op studio sport.

7   1  
Peerke Ut Grun

Het stuk van Schrijvers roept herrinerin
gen op.
Ben in 1986 voor het eerst naar NAC gaan kijken, weet niet meer welke wedstrijd, ben toen in de Cordial beland met een mede supporter. Heb gelijk een seizoenskaart aangeschaft, nu een 1912 kaart. Heb menig potje van oud nac mogen fluiten, Met leuke herrineringen. Vooral een wedstrijd van oud Nac tegen Sparta waar Wout Holverda nog bij was, heeft veel indruk gemaakt. Leuke verhalen.


4   1  
Geelzwartwit

@wanny en schep
Eerlijk gezegd hoop ik alleen daarom al dat er ooit een zo'n bak als hoofdtribune tussen gezet wordt.
Om ergens het toch weer een beetje terug te krijgen.

Ook al zijn er veel meer regels en is alles anders.. Ik hoop nog steeds op een soortgelijk stadion. Dat is iets wat wel zou moeten kunnen.
En een opblaasversie van Annie die over de hoofden van de bside heen gaat.

6   0  
Ivo

Strakke overwinningen van NEC en Go Ahead. De clubs achter ons sluiten weer aan...

7   0  
Ernie

Cambuur duidelijk de beste ploeg in de kkd.
Daarachter 4 tot 5 ploegen aan elkaar gewaagd. Tweede plek is echt geen zekerheid. We hebben voor de winterstop teveel punten verspeeld helaas.

7   1  
P

Zou Botteghin nie nog wa willen komen ballen bij ons

4   1  
Matc

@ P als bedankje van feyedingens dat wij Hendrix klaar hebben gestoomd voor hun eerste?

3   0  
Nonkel Frans

@P haha nog een pensionado erbij! Maar geen Botteghin zonder Kiske Luijks he!. Goede oude tijd.

Hup NAC!

2   0  
NAC4Ever

Mooi stuk!

0   0  
witzwartgeel

hup NAC!

Laad alle berichten na dit bericht in