O-21: Een eerste seizoenshelft met pieken en dalen

Het eerste halfjaar in de O-21 competitie valt met één woord te beschrijven: wisselvalligheid. Goede en slechte wedstrijden wisselden elkaar continue af. Zo won de ploeg op bezoek bij koploper FC Groningen knap met 1-2, maar ging het in de laatste wedstrijd thuis onderuit tegen hekkensluiter SC Heerenveen, 2-3. De wisselvalligheid is vooral in de voorhoede te merken. De ene keer maakt NAC er vijf, de andere keer hadden ze er wel vijf kunnen maken, maar scoorden ze niet.

De start van het seizoen was veelbelovend met zeges op Feyenoord (4-2) en SC Heerenveen (1-0). Na twee nederlagen stond de ploeg van Robert Molenaar echter weer met twee benen op de grond, zo zei de trainer ook na afloop. “De eerste twee wedstrijden wonnen we niet onterecht vind ik zelf. Daardoor krijg je toch wat andere verwachtingen bij de spelers. Dat is misschien niet terecht, waardoor we die verwachtingen moeten bijstellen.”

Desondanks is het doel voor de eerste seizoenshelft al behaald. Met nog drie wedstrijden te gaan kan NAC niet meer bij de laatste twee eindigen. Dat betekent dat ze, nadat de resterende duels zijn ingehaald, ook het tweede half jaar in de hoogste O-21 divisie uit zullen komen.

25 verschillende spelers

Totdat de competitie werd onderbroken speelde NAC O-21 elf wedstrijden. Daarin gebruikte Molenaar maar liefst 25 spelers. Vijf daarvan kwamen dit seizoen ook al voor de hoofdmacht in actie: Van Schuppen, Vanacker, Agougil, Banzuzi en Tavares. Doordat er spelers soms naar het eerste doorschoven en de ploeg kampte met meerdere blessuregevallen, waren er regelmatig wisselingen in het elftal. Toch stond er altijd een vertrouwd gezicht in het veld: Stef de Wijs. De linksachter speelde als enige speler in alle wedstrijden de volle 90 minuten.

De Wijs speelt sinds dit seizoen pas als linkerverdediger, nadat hij voorgaande jaren vleugelaanvaller was. Veel minuten maken is voor hem dan ook belangrijk om zich aan zijn nieuwe positie aan te passen. “Ik moet nog werken aan mijn verdedigende kwaliteiten, maar ik vind het ook heerlijk om aan de zijkant op te stomen en dat is ook wel waarom ik daar sta”, zo vertelde hij na de thuiswedstrijd tegen SC Heerenveen.

Ook de aanvallers Özcan Yasar en Kevin Silva kwamen in alle elf de wedstrijden in actie. Yasar speelde daarvan zeven keer de hele wedstrijd, Silva twee keer. Doelman Pepijn van de Merbel had net als De Wijs 990 minuten kunnen spelen, maar hij miste een wedstrijd doordat hij bij de eerste selectie zat.

De topscorers

NAC O-21 kwam in de eerste seizoenshelft tot 20 doelpunten, waarvan één een eigen doelpunt was. De overige 19 werden door maar liefst elf verschillende spelers gemaakt. Özcan Yasar springt er tussenuit. Hij scoorde zes keer in elf wedstrijden. Daarachter komen drie spelers met elk twee goals. Tot slot scoorden zeven spelers één keer. Achilles Joannes had de minste minuten nodig voor zijn goal. Hij speelde dit seizoen pas 25 minuten verspreid over drie wedstrijden.

Bij de doelpunten is nog iets opvallends te zien. Zowel Kevin Silva als Sabir Agougil scoorden tot nu toe twee keer en allebei deden ze dat in één wedstrijd. Agougil scoorde twee keer in de 3-1 zege tegen FC Twente/Heracles. Silva deed dat in de 0-5 overwinning op bezoek bij NEC.

Aan de andere kant kreeg NAC 21 doelpunten tegen. Pepijn van de Merbel kreeg er daarvan 20 tegen, tweede keeper Marcell Vaits kon in de enige wedstrijd die hij keepte één keer vissen. Twee keer hield NAC de nul. Bij een aantal wedstrijden viel het op dat de tegenstander niet veel kansen nodig had om een goal te maken, waar dat bij NAC zelf nogal eens het tegenovergestelde is. Daardoor verspeelde het elftal vaak onnodig punten, zoals bij het gelijkspel tegen NEC (1-1 thuis) en de nederlaag tegen SC Heerenveen (2-3 thuis).

In beide wedstrijden was NAC het grootste deel van de wedstrijd de betere ploeg, maar wist het niet de zege binnen te slepen. Yasar was zich daar na afloop van de wedstrijd tegen NEC ook van bewust. “Na de 1-1 vlak voor rust domineren we de wedstrijd. Ik denk dat wij genoeg kansen hadden om de wedstrijd te winnen, maar we moeten die kansen ook afmaken.”

Dat is dus een punt om in de tweede seizoenshelft aan te werken. Als de ploeg stabieler wordt in het spel en de kansen iets vaker weet af te maken, is in de tweede seizoenshelft een plek bij de top vier zeker realistisch.

Onopvallende uitblinkers

Individueel zijn er nog een paar spelers het vermelden waard. De opkomst van Omar Mekkaoui bijvoorbeeld. Mede door blessures achterin kreeg de 16-jarige jeugdinternational de kans bij NAC O-21. Sindsdien miste hij geen minuut meer en is hij een vaste waarde in het elftal. Ondanks het leeftijdsverschil met zijn tegenstanders (vaak twee tot vier jaar), houdt Mekkaoui zich vaak goed staande in het hart van de defensie. Voor zijn ontwikkeling is het goed om hem de komende anderhalf jaar bij de O-21 in de basis te laten staan in plaats van dat hij teruggaat naar de O-18. Als Mekkaoui zich in die tijd zo blijft ontwikkelen, draait hij daarna misschien al mee bij de hoofdmacht.

Een andere speler die positief opvalt is Wout Neelen. En dan vooral zijn veelzijdigheid. Dit seizoen speelde hij al centraal achterin, overal op het middenveld en bij een achterstand ging hij al een aantal keer mee de spits in. Los daarvan is Neelen een stille kracht die niet hoeft op te vallen om een goede wedstrijd te spelen. Hij kwam in tien van de elf wedstrijden in actie en miste in de laatste acht wedstrijden geen minuut meer.

Tot slot middenvelder Martijn Brandt. In de eerste vijf wedstrijden moest hij het doen met vier invalbeurten, maar sinds wedstrijd zes is hij basisspeler en de vaste aanvoerder van het team. Brandt speelt centraal op het middenveld en is de letterlijke betekenis van de verdediging met de aanval verbinden. Hij trekt het spel regelmatig naar zich toe en zoekt met zijn passes de aanvallers op de flanken. Daarnaast is hij ook niet vies van een overtreding om de tegenstoot eruit te halen.