BSRetro: 2009, een zomer-NAC-droom (IV)
Het is nu bijna ondenkbaar, maar exact tien jaar geleden maakte NAC de mooiste zomer in haar recente geschiedenis door, met play-offs, Europees voetbal, een heerlijke selectie en tal van mooie dromen over een stabiele toekomst in de subtop. Daarom blikken we de komende periode in dagboekvorm terug op een geweldige tijd, die in alles een negatief was van het plaatje van nu, maar tegelijkertijd óók typisch NAC bleek. Vandaag deel IV: over een jonge topspits in de dop, kledingkeuzes, en de voetbalplaatjes van een volwassen man.
(klik hier voor deel III)
Vanavond, donderdag 28 mei 2009, speelt NAC thuis tegen Groningen, maar daar ben ik mentaal nog niet aan toegekomen. Ik leef, in de dagen in aanloop naar de halve finale play-offs vanavond, in een voetbalroes, want Feyenoord-NAC, daar ben ik zomaar nog niet over uitgepraat. Ik zit alle voetbal- en krantensites doorlopend te verversen, mijn PC geef ik een NAC-wallpaper, op maandag en dinsdag maak ik tekeningetjes van het leeuwenlogo in mijn notitieblok, en het werkcollege op woensdag bezoek ik in een NAC-shirt, want dat is wat volwassen mannen doen. Bovendien blijken op mijn werk, in mijn vriendenkring, in mijn familie én onder mijn studiegenoten ineens overal Feyenoorders verstopt te zitten: die moet ik natuurlijk allemaal even uitgebreid spreken over afgelopen donderdag.
Eerder dat seizoen mondde NAC-Groningen voor de beker uit in een penalty-reeks. En inderdaad, waarom zou je daar géén Eurodance onder monteren?
Plaatjes!
Maar wie moet ik lastig vallen over FC Groningen? Ik kén helemaal niemand uit het Noorden! Groningen doet het leuk, het is een leuke ploeg met allemaal voetballers die ik graag bij NAC had gezien, Ron Jans is een leuke coach, bijna altijd een vol stadion, een club in opmars, een organisatie zonder gelazer en, anders dan NAC, die opmars duurt al een paar jaar, aan één stuk door. In feite een club waar je moeilijk een hekel aan kunt hebben, dus de enige keer dat ik me écht aan Groningen erger komt dat vooral door randzaken. Randzaken zoals de AH Voetbalplaatjes, om precies te zijn. Elke dag haal ik voor minstens een tientje boodschappen, en als ik aan €8,85 zit gooi ik aan de kassa nog snel een KitKat Chunky (of drie) op de band, want dat album moet vol. Ik reken strategisch af bij de caissière die altijd meer plaatjes weggeeft dan nodig; het binnenhalen van Matthew Amoah in stickervorm voelt bijna als reden voor een straatfeest; mijn goede vriend D. zegt dat hij het gewoon lekker vindt, dat het niets met de extra pakjes plaatjes in de bonus te maken heeft, als hij bij één winkelbezoek drie pakken pennywafels koopt, en twaalf pakken Chocomel.
Mijn eerste complete team is FC Volendam (bij elk plaatje dat ik in het album plak concludeer ik: ‘hij zit erin’), NAC volgt gelukkig niet veel later. Uitgerekend FC Groningen blijft, op een stuk of vier plaatjes na, wekenlang leeg. Maar op een woensdagnacht in maart, met meer pilsjes achter de kiezen dan mijn opleiding wenselijk acht, zie ik iemand van mijn leeftijd met een stapel plaatjes zwaaien, voor de deur van een andere kroeg. Om de één of andere reden verlaat ik het huis niet zonder stapel dubbele plaatjes. Om de één of andere reden herken ik zelfs gepromilleerd nog medestanders. Ik tetter “Wij gaan nóu ruilen, makker!” door de straat, en ik ruil een rits Hagenezen en een spits van Heerenveen voor bijna álle Groningers die ik mis, midden in een doordeweekse nacht, op de stoep van Café Orloff. Ik voel me een volwassen man.
Alles te verliezen
Maar dat was maanden terug, toen was de 0-4 in de Kuip een verre fantasie, toen was de finale play-offs alleen statistisch haalbaar. Pas als de Interliner naar Breda (lijn 401) voorbij Vianen rijdt gaat mijn blik op de wedstrijd straks. Waarin het, nog meer dan tegen Feyenoord, alle kanten op kan, en daar ben ik niet gerust op. In de competitie won een NAC in topvorm met 1-0, door een goal in blessuretijd, thuis van Groningen, uit ging het lui en uitgeblust met dezelfde cijfers onderuit. In januari draaide het uit op een achttien schoppen durende penaltyserie (die NAC wón), na een zeldzame thuiswedstrijd in de beker, met omhalen, goals in de laatste minuten, twee gelijkmakers van Groningen, en een helse verlenging die NAC met zijn tienen moest volbrengen (twee keer geel voor Zwaanswijk). Zonder missers van twee Grunnse eendagsvliegen (Matias Cahais en Rogier Krohne) en een rits wereldreddingen van Jelle ten Rouwelaar waren NAC en Groningen in perfect evenwicht, dit jaar.
En wat me nog meer zorgen baart: NAC heeft voor het eerst vooral iets te verliezen vanavond. Bekersucces is bonus, in de competitie had NAC tegen Groningen óf iets te winnen (de koppositie) of niks te verliezen (want in de play-offs had niemand zin). Tegen Feyenoord gaf niemand vorige week een stuiver voor de kansen van NAC: dat is lekker vrijuit voetballen. Maar nu? Nu is er druk. NAC kan Europees voetbal halen, NAC speelt tegen een directe concurrent, van gelijk niveau in goede vorm, maar zonder het sentiment van revanche of rivaliteit, het hikt al twee seizoenen tegen Europa aan, en nu de Euromasters op indrukwekkende wijze aan het spit zijn geregen mag het tegen een ploeg als Groningen niet meer fout gaan. Er móet simpelweg gewonnen worden, en of NAC dát in de vingers heeft…
Penseelstreken
Maar vanaf de aftrap sta ik er weer van versteld: what a difference a day makes. Het is achttien dagen geleden dat NAC er alles (of eigenlijk niets) aan deed om te verliezen in Groningen, maar de geelzwarte trots heeft zich in 180 minuten tegen Feyenoord opnieuw uitgevonden. Ook vandaag heb ik een kaartje voor een iets andere plaats dan normaal, dit keer in hetzelfde vak maar twee rijen hoger dan mijn vaste plekken op de Eretribune (er is weer geen terugkooprecht voor je eigen plek, want de kaartverkoop voor deze onverwachte finale levert op kantoor blijkbaar chaos op), en we zitten tot in de tweede helft tegen de zon in te kijken, maar op deze vroege zomeravond is NAC de eerste helft gewoon goed. Amoah doet niet mee, Van der Leegte ook niet, allebei geblesseerd, maar de Parel van het Zuiden komt geen moment echt in de problemen, het valt gedoseerd aan, neemt niet teveel risico maar geeft ook niet veel prijs.
Je ziet, conform de gemiddelde leeftijd op het veld, een volwassen ploeg op de top van haar kunnen, die kan bikkelen, kan voetballen, kan vechten en betoveren. Op de top van zijn kunnen, maar nog niet volwassen, is Fouad Idabdelhay, het grootste (of misschien enige echte) talent in de selectie. Hij is net 20, speelde vorig jaar een paar fantastische wedstrijden, maakte goals, maar moet dit seizoen onder Maaskant genoegen nemen met minder goals en speeltijd. Daarin overtuigt hij niet altijd, maar in de spaarzame goals die hij wél maakt glinsteren de geslepen facetjes van een verder nog ruwe diamant. In de bekerwedstrijd van januari schiet hij NAC in de verlenging op voorsprong, door een bal in de loop met de borst over een verdediger heen te tillen, en op de rand van het strafschopgebied strak af te werken in de verre hoek. Tegen Twente neemt hij de 3-1 voor zijn rekening, controlerend met de borst, vallend, in dezelfde beweging onhoudbaar uithalend naar rechts. Het zijn vroege penseelstreken van een jonge meesterspits, een prachtvoetballer die zonder twijfel een grote toekomst tegemoet gaat (of in ieder geval in Breda).
Bergkamp
Maar zijn penseelstreken heeft NAC na rust vanavond hard nodig, want Groningen komt op voorsprong. Kort na rust laat Ten Rouwelaar een hoge bal glippen, Danny Holla kan makkelijk binnenwerken. Misschien niet verdiend, maar het is vooral het sein voor de fans om er nog maar eens achter te gaan staan, want het is een bijzonder sfeervol Avondje NAC, vanavond. Het hele stadion voelt dat er nog altijd iets te halen valt, dat spelers en fans samen kunnen optrekken, en bovendien, zo vaak valt er voor NAC niet iets te winnen: het is een unieke cocktail van omstandigheden die hele tribunes aanzet tot grootse daden.
Bij elke bal die keeper Luciano uittrapt krijgt hij een collectief “puta, puta, puta puta puta” over zich heen, scherpe tackles worden toegejuicht alsof er gescoord wordt, “Bredaas Yellow Army” klinkt minutenlang onafgebroken van beide korte kanten. Omdat NAC de laatste 40 minuten op de deur beukt krijgt de wedstrijd uiteindelijk het resultaat dat het verdient, en dat ook past bij de krachtsverhoudingen van beide teams dit seizoen. Maar wát een goal om het te bezegelen. De wedstrijd is bijna voorbij, Fouad neemt op de rand van het strafschopgebied, rug naar de goal, een hoge bal van Boukhari op de borst (zoals vaker), tikt hem met rechts over zichzelf heen, draait pijlsnel om, en vlamt na een stuit de vallende bal van een meter of elf met links in de verre hoek. Het stadion ontploft: het is de climax van een uitstekende wedstrijd, het Krabbengatse wonderkind-bij-gelegenheid houdt de Europese droom nog zeker 90 minuten levend, zijn doelpunt is van Bergkampiaanse schoonheid.
Hoogtepunten van Fouad Idabdelhay (de goal van vandaag op 3:15). Op basis van talent en techniek is hij voorbestemd voor La Liga of de Serie A, daar ben ik in 2009 vrij zeker van.
Ze mogen komen
In het stadion is er na afloop vooral veel blijdschap, de vechtersmentaliteit van NAC slaat over op tribunes, de stemming in ’t Rat Verlegh is na het affluiten van Weegereef blij én strijdlustig. De wedstrijden tegen Feyenoord hebben veel zelfvertrouwen opgeleverd, voor fans én spelers, merk ik. Maar als ik in de bus naar huis zit ontkom ik toch niet aan de vrees dat dit het misschien wel gewoon was. Als je écht wat had gewild had je vandaag moeten winnen, vermoed ik, maar Groningen stond bijna de hele wedstrijd onder druk en heeft toch bijna niks weggegeven. In de Euroborg verliezen de Stadjers bovendien bijna nooit, en NAC moet (dankzij het best-of-three-systeem) wat mij betreft hopen dat het nog een derde wedstrijd eruit kan slepen. En zelfs dan speel je wéér in het Noorden. En misschien is dat gewoon een brug te ver.
Maar eenmaal thuis doe ik wat volwassen mannen doen in onzekere tijden: ik blader door mijn voetbalplaatjesalbum. En dan besef ik me ineens: dat pessimisme is nergens voor nodig. Zeker niet met dit team. Met de klik die het heeft met de trainer en met elkaar. Met dit Groningen als tegenstander, dat nu toch ook zal móeten. ‘Ze mogen komen, die boeren’, zeg ik tegen mezelf als ik het album dichtklap. Voor het eerst voel ik niet alleen vreugde en trots over deze play-offs, maar zelfs bravoure, een gevoel dat ik letterlijk nog nóóit bij NAC heb gehad. Ik neurie “NAC NAC yellow black army” als ik in bed stap. Ik vrees niet: ik kijk uit naar zondag. Wat een zo’n stel stickers van de supermarkt al niet teweegbrengt.
(klik hier voor deel V)
Plaats reactie
Dat waren nog eens tijden...Heerlijke seizoen.
Het hele seizoen in een minuut of 4...: https://youtu.be/hO6GFtmYYr0
"mooi was die tijd"
Weer heerlijk geschreven, Castor!
Wat was dit een mooie en spannende wedstrijd! Ik stond toen nog op de B-side en verloor bij de 1-1 mijn bril tijdens het juichen. Hij lag 2 rijen lager op de grond tussen de springende menigte. Wonder boven wonder sprong niemand erop. Alsof het zo moest zijn...
Wat blijft dit heerlijk om te lezen. Ik studeer zelf ook in Utrecht en herken dan ook ontzettend veel dingen die Castor schrijft.
Bedankt dat je de tijd hier voor neemt, meerdere malen kippenvel tijdens het lezen!
Het contrast met de huidige ellende kan niet groter zijn. Toch is de mening van de huidige ex-commissarissen dat de actuele catastrofe zijn oorsprong vond in de malaise van Theo Mommers en het elftal dat hier zo wordt geeerd.
Ook ik was er net als de schrijver van overtuigd dat Idabdelhay een grote toekomst tegemoet ging. Jammer dat zn eerste seizoen ook meteen zn beste was en het er daarna niet meer uit kwam.
@Flieger; dat is ook gewoon zo. Overbetaalde jongens als Kolkka, Amoah, Kwakman, Loran, van der Leegte werden voor veel geld naar Breda gelokt. Daar is in de jaren daarna verder op voortgeborduurd, wat direct aanleiding was voor de degradatie in 2015.
Heimwee naar die tijden
Lekker om even van alle ellende nu weg te mijmeren !!?? complimenten Castor !
Als ik in het nieuwe plakboek van mijn kleinzoon naar NAC kijk valt er weinig te dromen. Ongelooflijk, wat een teringbende heeft die Smulders er van gemaakt. Van den Abbeele lijkt nu al op weg om die patjakker uit de Kempen te overtreffen.
Dan hoor ik reacties als: "Hoe kun je dat nu zeggen? Hij heeft nog niemand gecontracteerd."
Nee dat klopt. Daar wring de schoen. Smulders had drie weken na afloop van de competitie 2017/2018 ook nog niemand gecontracteerd. Maar had al wel een coach. Die heeft onze Belg zelfs nog niet kunnen vastleggen. Dat is een vet probleem als je bedenkt dat de oefencampagne over een maand al van start gaat. Rutjes was een drama, Smulders een ongeleid projectiel en vdA is nog incompetenter dan de optelsom van zijn voorgangers.
Ik vrees dat we het nog jaren zullen moeten doen met de dromen van Castor.